Nicole around the world!

Jungle & Zapatistas

Het bustochtje naar Palenque hebben we weer overleeft (viel eigenlijk best wel mee). Het plaatsje Palenque zelf is niet zo bijzonder, dus we pakken een collectivo richting de ruines naar El Panchàn. Overnachtingsplekken genoeg, het barst hier van de cabanas in de jungle, wij gaan voor die van Margaritha en Ed. Eerst ontbijten (of ja gezien de tijd mogen we het best wel brunchen noemen) en dan op naar de mayaruïnes! De eerste tempel ( Templo de las inscriptiones) is de grootste en bekendste van het hele tempelcomplex, een aantal anderen ligt diep in de jungle verscholen. Het is erg rustig, we zijn zo'n beetje de enige hier (op zich niet gek op het heetste moment van de dag). Wel hebben we af en toe gezelschap van wel hele bijzondere insecten.. vliegende gekleurde kevers van wel 10 cm.... ieks. De waterval in de jungle ziet er wel heel aantrekkelijk uit, maar helaas een bordje vertelt ons dat we niet mogen zwemmen, dit is namelijk de drinkwatervoorziening voor de inwoners van Palenque, zou niet zo smakelijk zijn. Dan in onze cabana maar een verfrissende douche.

De volgende dag worden we na het ontbijt opgepikt voor ons tochtje naar de watervallen. Het busje zit stampvol: we zijn in het gezelschap van 2 Mexicanen, 3 Engelsen, 2 Israeliërs, 2 Spanjaarden, 2 Amerikanen en één jongen met onbekende afkomst. De eerste stop is Misol-Ha, een waterval van 35 meter hoog. Dan rijden we door naar Agua Clara, gevolgd door Agua Azul. deze laatste is een gigantische opeenstapeling van allemaal watervallen die via een aantal ‘treden' naar beneden storten. Normaal is het water turquase blauw, maar nu moeten we het doen met een chocoladebruin kleurtje, met dank aan het regenseizoen.

Via het gebied dat door de Zapatistas (rebellen) wordt bezet rijden we richting San Cristobal de las Casas. Een enkele keer wordt een touw over de weg gespannen, dan is het de bedoeling dat de buschauffeur zijn portemonnee trekt blijkt al snel (zal wel bij de prijs van ons tourtje zijn ingecalculeerd). Wat vreemder is het als we stoppen omdat een vrachtwagen op de weg is aan het keren. De vrachtwagenchauffeur roept iets onverstaanbaars naar onze chauffeur die vervolgens zenuwachtig het busje aan de kant zet en uitstapt. Er wordt druk overlegd en gewezen naar onze backpacks op het dak van het busje. Even later komt de chauffeur een zonder nadere toelichting een knuppel met ijzeren pinnen brengen... geen idee waar hij denkt dat we die voor nodig gaan hebben? Ook haalt hij snel een stapel bankbiljetten uit zijn portemonnee en stopt die los in zijn broekzak. Ik begin te vermoeden dat we ons een beetje zorgen moeten gaan maken, aan de gezichten van onze reisgenootjes te zien denken zij er net zo over. Tsja, daar zitten we dan. Het begint ook aardig heet te worden in het volgepakte busje nu de airco niet meer aan staat, maar gelukkig even later mogen we er uit, de backpacks gaan van het dak en dan weer wachten. Als er een grote touringcar aan komt worden we verzocht snel in te stappen ('Ràpido, ràpido'), de chauffeur blijft achter maar wij vervolgen onze weg naar San Cristobal. De ene haarspeldbocht na de andere en om de misselijkheid nog een beetje te bevorderen wordt er nog een bloederige horrorfilm aangezet. Ik ben blij als we om 19.00 in San Cristobal aankomen. Aangezien het regent en bijna donker wordt pakken we een taxi naar Posada San Augustin (op aanraden van de Lonely Planet). Prima kamer met 2 tweepersoonsbedden en warm water voor 200 pesos (€ 14,- p.k.p.n.). Eerst maar even iets warms aantrekken... San Cristobal ligt op 2100 meter hoogte en dat betekend dat het 's avonds flink afkoelt. Een lange broek en warm vest zijn geen overbodige luxe.

De eerste dag in San Cristobal maken we een excursie naar Cañon del Sumidero, een kloof van miljoenen jaren oud met rotswanden van wel 1000 meter hoog. Gekleed in een mooi reddingsvestje varen we 2 uur door de kloof in het gezelschap van krokodillen en veel vogels (vooral Pelikanen). De rest van de dag slenteren we een beetje door de schattige straatjes van San Cristobal en met kleurrijke huisjes, marktjes en kerken. Vandaag is dan alweer onze laatste dag in Mexico. In een zeer divers gezelschap (Chili, Argentinië, Israël, Japan en de VS zijn vertegenwoordigd) brengen we een bezoekje aan een paar Indianendorpjes. We beginnen bij de Tzotzil indianen in San Juan Chamula. De gids verteld ons tijdens een wandeling door het dorpje alles over de rebellen in dit gebied, het geloof en de tradities. Meest bijzonder is het bezoekje aan de kerk. De vloer is bezaaid met dennennaalden en overal branden kaarsjes, ook op de grond tussen de dennennaalden... het had niet veel gescheeld of mijn broek had vlam gevat (tsja... ben nu eenmaal een beetje lomp soms). Mensen zitten in groepjes op de grond met plastic tassen vol frisdrank (om te kunnen boeren en daarmee de geesten te verdrijven). Niet Jezus maar Johannes de Doper speelt hier de hoofdrol, maar niet getreurd voor ieder wat wils met tig beelden van heilige figuren. In de hoek staat een mannetje met gebalde vuisten één van de vele beelden toe te schreeuwen, jammer dat ik niks kan verstaan van dat mayataaltje. Dit keer helaas trouwens geen kippen. Die worden wel eens gebruikt om zieke mensen mee te ‘zegenen' in de hoop dat de ziekte overgaat op de kip die ze vervolgens een koppie kleiner maken en simsalabim.. de ziekte is verdwenen. We mogen geen foto's maken van dit bijzondere schouwspel omdat de medicijnmannen er van overtuigd zijn dat we daarmee hun ziel stelen, en dat willen we natuurlijk niet op ons geweten hebben. Het volgende bezoekje is ons wat te commercieel en is vooral bedoeld om kleden te verkopen, maar we mogen ook wat zelfgemaakte alcoholische brouwseltjes proeven (soort tequilla) en homemade tortillas. Zometeen nog ff wat eten, tas in pakken en op tijd naar bed... op naar Guatemala!!!!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!